100 jaar Art Deco
15 maart - 15 juni 2025

De naam van de stijl Art Deco is afgeleid van de wereldtentoonstelling Exposition internationale des arts décoratifs et industriels modernes, die dit jaar precies honderd jaar geleden in Parijs plaatsvond. Om die reden presenteert het Nationaal Glasmuseum vanaf 15 maart de aansprekende tentoonstelling 100 jaar Art Deco. De tentoonstelling laat zien hoe deze veelzijdige stijl tot uiting komt in het Nederlandse glas.
De periode tussen de twee eerste wereldoorlogen, het interbellum, wordt gekenmerkt door grote veranderingen in de maatschappij. Een groter groeiende groep middenklasse met meer welvaart zorgt voor een steeds verder toenemende massaconsumptie. De industrie speelt hier beter dan voorheen op in met gerichte producten en aantrekkelijke reclame. Glasfabriek Leerdam, onder de gedreven leiding van directeur Cochius, weet zich ook goed aan te passen aan de vraag vanuit de markt. Hij introduceert vanaf 1915 het vernieuwingsglas ook wel bekend als kunstnijverheidsglas. Door in te spelen op de smaak van het publiek, kunnen veel van de ontwerpen in de daaropvolgende decennia worden geclassificeerd als wat wij tegenwoordig als Art Deco beschouwen. Deze objecten ontworpen door onder andere Lebeau, Gidding en Copier worden internationaal nog altijd gezien als de beginselen van Dutch Design.
Nederlandse Art Deco
Het einde van de Eerste Wereldoorlog wordt vaak gezien als het beginpunt van de Art Deco-periode. De tentoonstelling 100 jaar Art Deco laat zien dat Art Deco een moeilijk te omschrijven begrip is, mede doordat de stijl zeer divers is en sterk verschilt per land.
De wereldtentoonstelling Exposition internationale des arts décoratifs et industriels modernes, in 1925 stond in het teken van de huidige situatie op het gebied van toegepaste kunst en industriële vormgeving in verschillende landen. Art Deco is dan ook een overkoepelende term voor de periode-aanduiding rondom 1925 zonder één specifieke kunstvorm of ontwerpdiscipline. Wel kan er een overeenkomst worden gevonden in de gemeenschappelijk drang naar het ‘nieuwe’ en naar het ‘moderne’.
Art Deco wordt vaak beschouwd als de laatste internationale stijl die invloed had op alles, van architectuur tot glaswerk. Het is een aanduiding voor een periode waarin massaal geproduceerde objecten waren bedoeld voor een brede markt. Voornamelijk de Franse inzending op de wereldtentoonstelling 1925 wordt tegenwoordig met het begrip Art Deco geassocieerd. De ontwerpers uit dit land hadden een focus op traditie, moderne esthetiek en decoratieve luxe. Deze stijl roept de meeste associaties op met de Roaring Twenties, die visueel sterk wordt verbeeld in de verfilming van het boek The Great Gatsby geschreven door F. Scott Fitzgerald. Uitbundige decoratie in donkere kleuren en opvallende vormen zorgden voor spectaculaire interieurs.
De Nederlandse inzending tijdens de wereldtentoonstelling van 1925 was in zijn geheel minder vernieuwend en modern dan dat de suggestie deed vermoeden. Toegepaste kunst uit de periode 1910-1920 was het meest vertegenwoordigd. De kunstenaarsgroep De Stijl met Piet Mondriaan en Theo van Doesburg was niet aanwezig, terwijl juist deze groep in die tijd gezien werd als nieuw en modern. De Nederlandse inzending bleef sober met een nadruk op eenvoudige vormen die al langer werden toegepast binnen de architectuur en toegepaste kunst. De verzoening tussen kunstenaarskringen en industrieën is wel een karakteristiek en vernieuwend kenmerk voor de periode waarin Nederland zich bevond. Met deze samenwerking wilden beide partijen het Nederlandse Industriële product verbeteren. Het verfraaien van alledaagse voorwerpen zou in hun ogen de mensheid verheffen. Om dit te bereiken, werden serieproducten deels machinaal vervaardigd en met een doordacht commercieel beleid verkocht. Vanaf 1915 werd het eerste massaproduct dat uit deze ideologie voortkwam, geproduceerd in Glasfabriek Leerdam.
Glasfabriek Leerdam
Een van de centrale onderwerpen in de tentoonstelling 100 jaar Art Deco is het kunstnijverheidsglas dat directeur Cochius introduceerde in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Gedreven door hoogstaande idealen zocht hij contact met talrijke vooraanstaande architecten, beeldhouwers en kunstenaars uit binnen- en buitenland en gaf hen opdrachten om gebruiksglas te ontwerpen. Moderne ontwerpen van Gidding, Labeau, Bloch en Copier passen naadloos in de heersende smaak van het moderne interieur. Vazen en schalen met subtiele vormen, uitgevoerd in heldere kleuren, zijn soms gecraqueleerd of beschilderd met felle tinten.
De visie van Cochius heeft zich op artistiek niveau bewezen: het glas uit het interbellum is tegenwoordig nog altijd mateloos populair bij verzamelaars.
Het kunstnijverheidsglas naar ontwerp van K.P.C. de Bazel en A.D. Copier kreeg een plaats in het Nederlandse paviljoen tijdens de wereldtentoonstelling in 1925. Met het vooruitstrevende beleid van Cochius was Leerdam tijdens de wereldtentoonstelling, in tegenstelling tot andere Nederlandse inzendingen, daadwerkelijk modern te noemen. Servies H uit 1918 wordt wel beschouwd als het ‘subtielste en allermooiste’ van De Bazels drinkserviezen. De bollingen in de kelken zijn segmenten van een cirkel. Servies H was een groot commercieel succes en werd tijdens de Wereldtentoonstelling bekroond. Ook het servies Smeerwortel van Copier werd onderscheiden met een zilveren medaille. Dit servies ontleent zijn vorm aan de bloemkelk van de – in de zomer bloeiende – smeerwortel.
Commercieel succes
Het commerciële succes van Glasfabriek Leerdam kan ook toegeschreven worden aan de vooruitgang in communicatie. Er werd steeds meer aandacht besteed aan aantrekkelijke reclame. Opvallende affiches met felle kleuren en dynamische vormen trokken de aandacht van voorbijgangers. Catalogi boden het publiek de mogelijkheid om het uitgebreide assortiment serviezen en vazen eenvoudig te bekijken en te vergelijken. Bovendien opende de fabriek een toonkamer in Amsterdam, een fysieke ruimte waar klanten de producten in het echt konden zien en ervaren.
Modern glas
In 100 jaar Art Deco is naast Leerdams glas ook glas van andere Nederlandse fabrieken te zien, waaronder Kristalunie Maastricht. In navolging van Leerdam begon de Kristalunie eveneens samen te werken met kunstenaars. Rozendaal ontwierp enkele serviezen en vazen in wat wij tegenwoordig beschouwen als Art Deco. Het servies Labyrinth, met zijn geometrische motieven, is daar een sterk voorbeeld van.
Al met al geeft de tentoonstelling een beeld van de Art Deco-periode in het Nederlandse glas weer. Het toont de onderlinge verschillen in de stijlperiode, maar laat ook de gedeelde idealen zien van het creëren van producten die aansluiten bij de snelle, moderne tijd van toen.