Geschiedenis
In 1953 - veertig jaar na het aantreden van directeur P.M. Cochius - werd op een steenworp afstand van de fabriek een glasmuseum ingericht.
Zeventig jaar later is het museum nog altijd gevestigd in het woonhuis van Cochius, de bevlogen directeur van de Glasfabriek. De aangrenzende villa, waar mededirecteur Bunge woonde, is in 2009 aangekocht voor de noodzakelijk uitbreiding van het museum. Beide villa’s zijn door middel van loopbruggen aan elkaar verbonden. In deze villa’s aan de Linge wordt een deel van de collectie van het Nationaal Glasmuseum getoond.
Cochius
Bij de naam Leerdam denken veel mensen aan prachtig ontworpen glas. Het Oudhollands stadje Leerdam is stad en merknaam tegelijk. Die merknaam vindt zijn oorsprong aan het begin van de 20e eeuw toen P.M. Cochius aantrad als nieuwe directeur van de Leerdamse glasfabriek. Ingegeven door idealisme wilde Cochius betaalbaar en goed ontworpen glaswerk op de markt brengen, in plaats van de karakterloze stukken die de markt tot dan toe overspoelden. In 1915 nodigde hij de architect K.P.C. de Bazel uit om artistiek verantwoord glaswerk te ontwerpen. Daarna volgde een lange rij gerenommeerde kunstenaars die het aanzien van het gebruiksglas hebben veranderd.
Missie
Het Nationaal Glasmuseum is de drijvende kracht achter een stabiele en avontuurlijke toekomst voor het Nederlandse glas in een internationale context.